Natuurlijk ben ik het in grote lijnen met je analyse eens.
Maar ik voel me ook een beetje verkeerd begrepen. Wellicht heb ik de zaken onduidelijk geformuleerd. Ook de terechte opmerking van cjm ivm brancheverenigingen versterkt die indruk.
Ik doe een tweede poging aan de hand van jouw schrijven.
Je eerste alinea (ga hem niet quoten): 100% eens met je maatschappij-analyse/kritiek.
Tweede alinea: Lets en Noppes vind ik mooie initiatieven. Maar een munt is voor mij een middel, geen doel. Daarom vind ik dit goede initiatieven, want het leidt tot lokaler handel drijven. In die zin is het een goed middel. Anderzijds blijft het 'slechts' middel, in de zin dat het geen invloed heeft op welk goed of dienst er nou van eigenaar verandert. Ik bedoel: met Lets zou je ook onecologische lokale produkten kunnen verhandelen.
Dat is geen kritiek want hetgeen verhandeld wordt , daar heeft het tussenliggend middel (munt, lets, schelpjes, ...) geen macht over, dus dat mag je er ook niet van verwachten. Het is al heel mooi dat het wél bij machte is de lokale handel/diensten te ondersteunen.
Derde alinea: Zoals je zelf opmerkt zal het ruilmiddel niet alle problemen oplossen. Maar aan de andere kant is het natuurlijk geen slechte vaststelling dat in dit systeem degenen die hun geld niet opkijgen, tenminste degenen zijn die ook de meeste goederen/diensten aan de gemeenschap als geheel leveren. Dat is in ons huidige EURO-systeem toch wel even anders.
volgende 2 alinea's ivm
Hier zit een stukje misverstand.Denk je dat vanuit de hobby-wereld of de recycle (van afgeschreven, maar wel industrieel vervaardigde) produkten er ook een andere economie kan/zal ontstaan ?
Jouw antwoord is (vereenvoudigd): "ja, namelijk een socialere economie."
En daar geef ik je ook 100% gelijk in. Maar ik zat bij het formuleren van de vraag (quote hierboven) met het idee of er ook andere produkten op de markt gaan komen. En of deze initiatieven er ook toe zullen leiden dat er terug ruimte/vraag ontstaat voor degelijke, kleinschalige en kwaliteit ambachten of zelfstandige beroepen.(willekeurig voorbeeld:meubelmaker die eiken meubels maakt met zwaluwstaartverbindingen en natuurlijke vernis. Meubels die 5 generaties meegaan)
En dat lijk je met de gegeven voorbeelden toch niet te bevestigen. Het gaat in de voorbeelden om het ontsluiten/reïntegreren van bepaalde groepen in de bestaande (industriële) economie. Het efficiënter omspringen met industriële produkten zoals de auto (autodelen). Het langer gebruiken van wegwerpprodukten (repaircafé, herbruik, ... tot pimpen van Ikea-meubels)
Dus inderdaad die socialere dimensie en het (relatief) verduurzamen van wegwerpgoederen, door de levensduur te rekken. Ik ben 100% voorstander van deze sociale dimensie. Maar ten opzichte van de specialist/ambachsman hebben ze geen marktopenende werking. Net als de alternatieve munt moeten we dit misschien ook niet van deze initiatieven verwachten. Ze scoren al erg goed op andere vlakken. (sociale en recycle). Maar daarmee is voor mij dus nog steeds niets gezegd over een echt andere produktie. Dat is dus nog een derde weg, eentje langs deze andere twee en is er trouwens perfect complementair aan. Het is geen "of", "of", maar een "en", "en".
En daarmee komen we aan het punt waar me het met de (ongelukkig gekozen)term 'gilden' om te doen was, en ik citeer om het overzicht te houden:
Door je uitweidingen over Noppes en andere initiatieven begrijp ik waarom je dit zegt (="ze zijn wél georganiseed"). En voor deze initiatieven klopt dit ook.12Much schreef:Waar het imho nog steeds aan ontbreekt, is het gat wat er reeds gevallen en nog steeds aan het vallen is tussen ambachtslieden met verstand van zaken en de consument die gretig geworden door de schijnbare meerwaarde die zijn/haar geld had gekregen na het op de markt verschijnen van een ware overvloed aan helaas niet meer duurzame, maar wel zo goedkope (Chinese) goederen ( ...knip... ) Maar volgens mij zijn wij daarin roerend met elkaar eens. (...knip...)
Het feitelijke ontbreken van georganiseerdheid ben ik het helaas niet mee eens.
Maar iemand die ambachtelijke slaapkamers wil maken, uit echt hout, met echte houtverbindingen enz, … heeft die het vandaag makkelijker om een zaak op te starten ?
PeterBerg heeft ooit overwogen om z'n job vaarwel te zeggen en z'n duurzame kachels te gaan produceren in eigen beheer. Maar dan kom je heel wat beren tegen op de weg.
David(of iemand anders) zou misschien wel liever z'n job inruilen om te leven van ambachtelijk smeedwerk, als de vraag daarnaar groot genoeg zou zijn.
Maar voor deze kleinschalige initiatieven:(in de zin van een zelfstandge duurzame beroepsaktiviteit op individueel vlak) is er momenteel toch niets georganiseerd ?
Eigenaardig trouwens, want de aspirant zelfstandige meubelmakers komen toch allemaal voor dezelfde problemen te staan. Haken meestal ook allemaal voor deze reden weer af. Idem voor de aspirant-kachelbouwers en de aspirant-smeden uiteraard.. En ik vroeg me gewoon af of een toenadering tussen deze aspirant-duurzame-beroepers om hun gemeenschappelijke belangen te verdedigen niet een grotere levensvatbaarheid zou kunnen geven aan deze initiatieven. (initiatieven die die nu gewoonweg niet genomen worden!!!)
Ik heb het dus zeker niet over een soort concurrentie met de alternatieve munt en ruileconomie. Ook niet over een landelijk invoeren/promoten van oude ambachen die iedereen terug zou moeten opnemen. Neen, zo naïef idealistisch ben ik ook al lang niet meer.
Maar ik had het over een paar, een klein groepje mensen dat misschien graag z'n huidige job vaarwel zou willen zeggen(of toch al deeltijds) voor een meer duurzame zelfstandige aktiviteit die een hogere levensvatbaarheid zou verkrijgen door enige samenwerking op het vlak van gemeenschappelijke belangen.
Ik geef een paar concrete voorbeelden:
-vb1-Stel 4 mensen zien er wel wat in om op een beroepsmatig niveau(voltijds/deeltijds) massakachels te gaan bouwen.
-vb2- Stel 15 mensen zien er wel wat in om op een beroepsmatig niveau (voltijds/deeltijds) hun inkomen te wijzigen in een serieuze vorm van zelfvoorziening.
Wel wat zouden de meerwaarde van samenwerking kunnen zijn? Waarom zouden ze elkaar als collega's zien en niet als concurrenten ?
Ten eerste moet je opmerken dat het vandaag beroepen/aktiviteiten zijn waar je met moeite van zou kunnen leven. Velen zien er wel wat in, maar de sprong is moeilijk en onzeker (meer dan andere zelfstandige aktiviteiten). En het gevolg is dat ze niet/amper bestaan. Bijgevolg worden deze duurzame goederen/aktiviteiten ook sterk ondervertegenwoordigd in onze economie.
Ten tweede , als gevolg van het eerste, is de bestaande wet- en regelgeving hier rond zo goed als onbestaande en zit je met een serieus risico dat je beroepsaktiviteit van vandaag op morgen door een wet ingehaald wordt. Bijvoorbeeld: morgen beslist de regering dat er geen hout meer gestookt mag worden in kachels die niet aan een bepaalde norm voldoen en dat het aan de fabrikanten is om de bewijzen (dure attesten) te leveren. Elk model kachel, elke afwijking moet een eigen (zeer duur) attest. Dit gewoonweg omdat er van uitgegaan wordt dat elke kachel in Nederland/België een toestel is dat in één geheel uit een winkel komt. Voor vb2: de regering beslist morgen om de landbouwgronden zeer hoog en forfaitair te belasten, ongeacht of er iets op geteeld wordt en of het geteelde wel voor de markt bedoeld is.
Als zo'n wetswijzigingen gepland worden, zou je maar beter georganiseerd zijn met je collega's om deze besluiten te wijzigen of tenminste te laten nuanceren voor jou/jullie aktiviteiten.
Ten derde omdat we het hier (vb1 en vb2) hebben over zo goed als onbestaande beroepen, is er byzonder weinig know-how. Alles moet terug uitgezocht en uitgevonden worden. Er is momenteel geen bestaande markt , bijgevolg ook geen opleidingen. Collega's zouden dus veel aan elkaars ervaringen en oplossingen hebben.
Ten vierde zou er ook samengewerkt kunnen worden aan de promotie van het produkt. Eén meubelmaker , smids, kachelbouwer of wat dan ook kan niet op alle beurzen en markten gaan staan. Wel kunnen er afspraken gemaakt worden met de collega's om op de belangrijkste plaatsen toch een vertegenwoordiging te hebben van het produkt.De échte concurrenten zijn immers de industriële produkten en die spenderen massa's aan promotie.
Ten vijfde: het gewone feit dat het een beroepsgroep wordt, zelfs een kleine, zou ervoor kunnen zorgen dat er op politiek vlak rekening mee gehouden wordt. Ook zouden ze pro-aktief kunnen samenwerken om bijvoorbeeld wetgeving en statuten er door te duwen die de leemtes (vernoemd in 'ten tweede') opvullen.
Een groep zelfvoorzieners zou zo bijvoorbeeld collectief kunnen ijveren voor een gloednieuwe grondbestemming op vlak van Ruimtelijke Ordening. Naast Landbouwgrond, Industriegrond, recreatiezone, enz zouden ze kunnen ijveren voor gronden met als bestemming: "zelfvoorziening". Daarmee zouden ze bereiken dat deze gronden niet meer in concurrentie komen met de prijzen van de andere categorieën. Want dit is toch één van de grootste problemen van alle aspirant-zelfvoorzieners: de grond ervoor is onbereikbaar/onbetaalbaar.
Voila, dat is wat ik bedoelde met 'Gilden', een term die teveel andere connotaties oproept en ik bijgevolg niet meer ga gebruiken. Wat ik bedoel is gewoon samenwerking tussen een groep collega's van toekomstige duurzame zelfstandige beroepsaktiviteiten, die zonder deze samenwerking nog minder kans maken (of gewoonweg niet bestaan).
Niet direct om de hele wereld te verbeteren, maar in de eerste instantie om wille van een goedbegrepen eigenbelang: de slaagkans verhogen van een niet evident pad. Beroepen/produkten die vandaag om wille van allerlei redenen geen kans maken in de economie, toch ingang te doen vinden. En uiteraard (stiekem) hopende dat een goed voorbeeld doet volgen.
Want laat ons eerlijk zijn , vroeg of laat gaan we toch ook anders moeten produceren ? Recycleren doe je immers ook niet eeuwig.En de meeste gerecycleerde produkten zijn na recyclage nog steeds dezelfde brol als toen ze nieuw waren …
G