Dirk Bauwens schreef:John, ondertussen heb ik veel meer nagedacht over de ingestorte warmtewisselaar waar je het over had. Ik begin te vermoeden dat die wel eens evenveel of meer warm water zou kunnen produceren als de "meer effici?nte" warmtewisselaar in het tegenstroomkanaal. Dit in tegenstelling tot wat ik daar eerst over dacht.
Je merkte op: we hebben de tijd, toch. Als vermogen niet zozeer de maatstaf is, maar veeleer de hoeveelheid verrichte arbeid, dan kan de ingestorte warmtewisselaar zijn grote initi?le achterstand inhalen. De warmtewisselaar in het tegenstroomkanaal wordt immers snel veel minder effici?nt. Die heeft een brandend vuur nodig en in een finoven brandt het vuur meestal niet. De ingestorte warmtewisselaar zal in de praktijk vooral werken wanneer het vuur niet brandt. Op deze manier zou de totale arbeid, verricht door de "ineffici?nte" ingestorte warmtewisselaar, wel eens de arbeid van "effici?nte" warmtewisselaar kunnen overtreffen. De zwakke wint het van de sterke. Het lijkt wel op een fabel van Jean de La fontaine!
Inderdaad. Stel nu dat we alle rookgassen door kanalen in een betonblok leiden. Het idee is dan dat de warmte uit de rookgassen gedurende de stookbeurt in het betonblok gaat zitten. Pas achteraf halen we deze warmte er dan weer uit, middels een warmtewisselaar die in het beton zit ingestort.
Deze methode heeft echter wel wat nadelen. Je kunt zo alleen bij warmte komen die in het betonblok zelf is opgeslagen. De warmte die in de hete kern zit (misschien wel het grootste deel) bereik je zo niet. Dat kan ondervangen worden door de hele buitenkant van de finoven van een warmtewisselaar te voorzien, want alle warmte moet een keer naar buiten (schoorsteenklep zit dicht).
Het tweede nadeel is, dat de grote hoeveelheid massa de temperatuur "versmeert". Zodra de stookbeurt is afgelopen wil de oven ??n temperatuur aannemen. Je hebt eerder uitgerekend dat ??n stookbeurt een temperatuurverhoging van 100 K van de complete massa zou kunnen betekenen. Dat valt dan nog mee. Echter op zeker moment zal de gemiddelde temperatuur zo ver gedaald zijn, dat er geen warmte meer kan worden onttrokken. Dat punt wordt eerder bereikt naarmate je warmte op hogere temperatuur wil onttrekken (bij 70?C is het eerder afgelopen dan bij 35?C). De massa werkt als accu, maar het is dus een accu die je niet helemaal leeg kunt trekken. Er blijft meer in de accu achter naarmate de massa groter is. Dit pleit ondubbelzinnig voor vloerverwarming, maar ik heb nu eenmaal radiatoren. Ook is 35?C te weinig voor warm tapwater.
Bij gebruik als klassieke finoven in het vertrek dat je wilt verwarmen speelt dit bezwaar uiteraard niet: de accu wordt dan uiteindelijk leeggetrokken tot 20?C. Dan is de massa juist het succes van het ding.
Aldus redenerend sluit ik toch niet uit dat een finoven gebruikt kan worden voor verwarming op afstand, waarbij de massa van de ketel in de plaats komt van een waterbuffer. Het succes hangt dan wel af van de mate waarin de in de massa opgeslagen warmte bereikt kan worden versus het warmteverlies naar de omgeving. Vandaar ook het idee om ook de buitenmantel van een warmtewisselaar te voorzien, dat is namelijk de enige weg naar buiten. Een dergelijke finoven moet aan de buitenkant worden ge?soleerd!